Dry needling is een behandelmethode waarbij de fysiotherapeut door middel van een speciale techniek je spieren triggert, zodat spierverhardingen en verkrampingen snel en langdurig ontspannen raken. Dry needling en acupunctuur worden vaak met elkaar verward. Dry needling gebruikt een ‘droge’ (dry) acupunctuurnaald, er wordt dus geen vloeistof in de spier gespoten.

Bij acupunctuur worden vaak oppervlakkig meerdere naalden in het lichaam gezet, die daar enige tijd blijven zitten en invloed hebben op de ‘energie’ in het lichaam. Bij dry needling gebruikt de fysiotherapeut meestal één naald, waarmee hij kortdurend de spier prikkelt. Hij prikt op specifieke punten, de zogenaamde ‘triggerpoints’. Het is dus geen ‘energiebehandeling’.

Triggerpoints

Triggerpoints zijn kleine verkrampingen die niet alleen pijn in de spier veroorzaken, maar ook in de nabij gelegen zenuwbanen en lichaamsdelen voor problemen zorgen. Ze kunnen ontstaan door tal van oorzaken, welke later uitgebreid worden toegelicht. 

De meest voorkomende triggerpoints zitten in je nek, schouder, rug of bil. Het menselijke lichaam bouwt de triggerpoints willekeurig en onwillekeurig op. Dat wil zeggen dat ieder menselijk lichaam triggerpoints heeft, maar dat je daar niet altijd last van hoeft te hebben.

Triggerpoints kunnen zich uiten in pijn of stijfheid in een spier waardoor je als het ware pijn op ‘afstand’ kan ervaren. Ook bewegingsbeperkingen of verminderde kracht in betrokken spieren en/of gewrichten zijn veelvoorkomende verschijnselen. 

Eventuele neveneffecten zijn tintelingen in je arm of been, hoofdpijn of duizeligheid. Regelmatig gebeurt het dat pijnontwijkend gedrag optreed. Je gaat dan ‘anders’ bewegen om de pijn te ontwijken of te verlichten waardoor ook klachten ontstaan.

Ontstaan van triggerpoints

Triggerpoints kunnen op verschillende manieren ontstaan:

  • Acuut, bijvoorbeeld door een verkeerde beweging of ongeluk
  • Chronisch, door een langdurig verkeerde houding
  • Langdurige overbelasting van bijvoorbeeld arm, schouder en/of nek bij computergebruik (RSI, CANS)
  • Overbelasting of blessures bij sporters
  • Beschadiging van weefsel zoals bij een meniscus-letsel of een hernia
  • Langdurige afwezigheid van beweging, bijvoorbeeld door gips
  • Psychologische factoren zoals stress en depressie
  • Voetafwijking of verschillen in beenlengte, bijvoorbeeld ontstaan na een botbreuk of operatie
  • Slaaptekort
  • Te strakke kleding of het verkeerd dragen van bijvoorbeeld een rugzak

De fysiotherapeut analyseert eerst je klachten door een gesprek en gericht onderzoek. Daarna onderzoekt hij de spieren die mogelijk de pijn veroorzaken. De fysiotherapeut zoekt specifiek in die spieren naar de bewuste triggerpoints, waarna hij die plaatsen behandelt om de spieren te ontspannen.

De behandeling is gericht op het uitschakelen van de triggerpoints. Via het gericht aanprikken met een naaldje raken de spieren ontspannen. Bij langdurige klachten behandelt de therapeut vaak meerdere spieren in je arm of been. 

Het inbrengen van het naaldje voel je bijna niet. Als het juiste triggerpoint aangeprikt wordt, spant de spier zich kort aan. Dat geeft een soort kramp gevoel. Na of tijdens de behandeling kan de spier wel wat vermoeid of stijf aanvoelen, maar dat is vaak van korte duur.

Deel deze pagina op